Luke:
“Ik weet inmiddels: kritiek van anderen zegt vaker iets over henzelf dan over mij. Vroeger voelde dat anders. Alsof het mijn bestaansrecht raakte. Ik wilde het goed doen. Altijd. Voor iedereen.”

“Ik kom uit een klein Canadees stadje waar je gewoon de goede dingen doet. Voor de gemeenschap, voor de kerk, voor je ouders. Mijn opa was daarin een voorbeeld. Zacht, dienstbaar, nooit op de voorgrond. Ik heb daar veel aan gehad en ook iets opgelopen. De neiging om mijzelf weg te cijferen. Om erkenning te zoeken via zorgzaamheid. En dan later klagen dat niemand ziet hoeveel ik draag. Dat is ook een vorm van controle, besef ik nu.
Transities zijn lastig. Zeker als ze je overkomen. Zelf kiezen is één ding, maar als een systeem, een organisatie of je leeftijd bepaalt dat je moet veranderen? Ik zit nu in meerdere transities tegelijk: van werk, van levensfase, van rol als vader en opa. En ik werk aan klimaatvraagstukken. Niet meer als kapitein, maar in de machinekamer. Niet voor de bühne, maar aan de achterkant van verandering. En dat schuurt. Want ik was iemand. Ik had invloed. Nu ben ik één van velen. Maar ook dat is nodig. De wereld draait niet op hoofdrollen alleen.
Soms zit je grootste betekenis in wat je níét zichtbaar doet. In de ruimte die je anderen gunt.
Ik laveer nu. Tussen trouw aan mijzelf en ruimte geven aan de ander. Tussen mijn North Star en de vraag of het wel nodig is om altijd richting te geven. Hoop is geen strategie. Ik koester geen illusie dat het makkelijk wordt, maar dat is iets anders dan op hoop blijven teren. Hoop zonder handelen heeft geen zin. De kans is groot dat mensen pijn gaan lijden, dat staat vast. We gaan die 1,5 graad niet halen. Maar juist daarom moeten we blijven vechten. Ik wil niet leven in een wereld waarin we de moed hebben opgegeven. Stel je voor dat men in de Tweede Wereldoorlog had gezegd: ‘Het is kansloos.’
Dus vertel ik mijn verhaal. Niet omdat ik mijzelf belangrijk vind, maar omdat ik geloof dat verhalen aanzetten tot handelen. En handelen tot hoop. Mijn boodschap? Jij als individu kan verschil maken. En als genoeg mensen dat doen, kantelt het systeem. Je hoeft niet alles op te lossen. Maar doe wat je kunt. En vertel erover. Dat werkt.
Ik blijf zoeken naar balans. Tussen autonomie en afstemming. Tussen ambitie en dienstbaarheid. Jarenlang geloofde ik dat als ik maar hard genoeg mijn best deed, alles goed zou komen. Dat loyaliteit beloond zou worden. Maar systemen zijn niet trouw. Mensen wel. Soms. Dus leer ik nu om milder te zijn. Voor anderen en voor mijzelf.
Ik weet dat ik nog iets te doen heb. Iets wat ertoe doet. Het hoeft niet groots of meeslepend te zijn. Het mag ook klein zijn. Zoals mijn opa het deed. Gewoon je werk doen en daarmee anderen in beweging brengen.
Ik zit midden in de storm. Kijken wat zich aandient.”
> Terug naar Tussentijd